Immigratie – kans of bedreiging?

Datum: 1 januari 2017. Auteur: Paul Heimlich. De heer Heimlich is consultant, bedrijfseconoom en directeur van NovoDiem. Tevens is hij bestuurslid van de Economenclub.


Het Curaçao van vandaag heeft niet langer genoeg werkenden (die belasting betalen) om het huidige welvaartsniveau en het sociale zorgstelsel te behouden. Immigratie kan hiervoor een oplossing zijn. Curaçao is een land waar vele dozijnen subculturen in relatieve harmonie met elkaar samenleven. (Soms wordt ook wel gezegd, langs elkaar heen leven). Al decennialang is Curaçao aantrekkelijk voor immigranten van divers pluimage.

Vanaf 2002 is de bevolking dan ook gestaag gegroeid, van 127.300 naar 157.000 in 2015. Daarnaast hebben we nu ook te maken met toenemende vergrijzing. Wist u dat er op de huidige 157.000 inwoners (waarvan bijna 62.000 betaald werk hebben), ruim 40.000 mensen zijn (in binnen- en buitenland) die een AOV uitkering krijgen?1Bron: Arbeidskrachten Onderzoek 2015, Centraal Bureau voor de Statistiek. Mede door de vergrijzing zijn de zorgkosten de grootste post (29%) op onze nationale begroting en ons pensioenstelsel is niet duurzaam houdbaar.2Bron: Landsbegroting Curacao 2015.

Oplossing en weerstand

De oplossing zou kunnen liggen in het aantrekken van meer immigranten, en dan vooral jonge werkende mensen die belasting en premies afdragen. We hebben meer werkenden per gepensioneerde nodig. Tijdens een politiek debat over de economie in augustus 2016 werd dan ook door alle politici de stelling ondersteund dat de bevolking met minimaal 50.000 mensen moet gaan groeien in tien jaar tijd. Historisch gezien, zijn we eigenlijk al heel lang een immigrantenland. Een derde deel van de huidige bevolking is niet hier geboren.3Bron: CBS, Census 2011. Denk aan de hier belande joden, Libanezen, Portugezen, Surinamers, etc.

Echter, als men de gemiddelde burger vraagt naar zijn kijk op 50.000 nieuwe landgenoten dan bemerkt men op zijn zachtst gezegd nogal gemengde gevoelens.4Bron: Regionale migratie en integratie op Curacao, J. de Bruijn en M. Groot, mei 2014 i.o.v. SOAW. Om die gevoelens te begrijpen, moeten we de meer recente historische context bekijken. De immigranten waar wij al decennialang aan gewend zijn, komen veelal uit armere omringende landen. Vooral uit Colombia, de Dominicaanse Republiek, en daarna Haïti. Zij voorzien in behoeftes aan (vooral) de onderkant van de arbeidsmarkt en hadden gemiddeld gezien een lager opleidingsniveau.

In tegenstelling tot de VS kennen wij niet de slimste en best opgeleide immigranten uit Azië die naar topscholen toe komen. Bij meer immigratie denkt men dus al snel aan meer van hetzelfde van vroeger, en met daaraan gepaard gaande sociale en soms justitiële problemen. Overigens onterecht, want onderzoek toont aan dat immigranten verhoudingsgewijs weinig beroep doen op sociale vangnetten als de onderstand, een lagere werkeloosheid kennen en dat ze hun best doen om te integreren en de taal te leren. Ondanks vele obstakels is het gemiddelde opleidingsniveau van 2e generatie immigranten *hoger* dan het gemiddelde voor heel Curacao.5Bron: Regionale migratie en integratie op Curacao, J. de Bruijn en M. Groot, mei 2014 i.o.v. SOAW. De perceptie van sociaal-economische problemen die immigranten meebrengen is dus vaak misplaatst.

Wat ook een rol speelt, is kapitaalvlucht. We hebben als land alle deviezen hard nodig en bezien dus met lede ogen de geldoverboekingen via Western Union etc. van immigranten naar veelal hun familieleden in de (armere) thuislanden. Maar ja, wij geven immigranten (behalve die uit rijkere landen als Nederland en de VS) ook niet echt een warm welkom. Het traject naar burgerschap en stemrecht, dus echt lokaal wortel schieten, is langdurig. En bevat eisen die voor sommigen onoverkomelijk zijn. En zo houdt de status quo zichzelf in stand.

Zien we op Curaçao immigratie als een kans of als een bedreiging?

Het feit dat het beleidsgebied onder Justitie valt in plaats van onder Economische Ontwikkeling zegt eigenlijk al genoeg. Onze (wettelijke) basishouding is dat men eigenlijk niet welkom is, tenzij men bereid is om zich door maandenlange bureaucratie te worstelen, en aan kan tonen iets te komen doen wat echt niemand anders kan. Of, al heel rijk te zijn, dan mag iemand komen. (Om te wonen, maar niet om een bedrijf te starten waarin men via nieuwe banen werk verschaft aan minder rijke mensen uit het thuisland van de investeerder). De bureaucratie voor ondernemers is slopend.

Hoe anders is het gesteld in landen met een meer open beleid, zoals de Verenigde Staten en vooral Canada. De VS dankt haar status als economische grootmacht o.a. aan twee eeuwen aanhoudende immigratie. En Canada heeft gericht en flexibel beleid om juist die mensen aan te trekken die haar arbeidsmarkt nodig heeft.

Beiden landen zijn multicultureel net als wij, maar Canada heeft het (breed gedragen) hoog in haar vaandel staan. Daarentegen vertrekken onder het Curaçaose beleid elk jaar 300 van de slimste geslaagde middelbare scholieren naar het buitenland voor studie, de veelbesproken ‘brain drain’. Het merendeel keert niet terug. En nog altijd hebben wij geen gericht en integraal diaspora beleid om de potentie van deze grote groep te benutten.

Leidt een groei aan buitenlandse arbeidskrachten tot een nog hogere werkloosheid onder de lokale arbeidskrachten, door verdringing bijvoorbeeld? Oppervlakkig bezien wel, maar onderzoek toont aan dat dit effect al snel geneutraliseerd wordt door een aantal factoren:

  • Meer mensen met werk betekent meer koopkracht, dat betekent meer klanten voor bedrijven en meer loonbelasting voor de overheid. Bedrijven gaan investeren om deze nieuwe klanten te bedienen.
  • Hoger opgeleide mensen verdienen meer, maar creëren ook een spin-off effect. Ze hebben allemaal tuinmannen, schoonmakers, kappers en overige dienstverleners nodig.
  • Job upgrades – wanneer laag geschoolden arbeiderswerk overnemen, komt er meer vraag naar lokalen (die de taal al beheersen, de lokale situatie kennen en beter communiceren) om meer coördinerende rollen te gaan vervullen.
  • Er zijn ook nog de ideale migranten: kenniswerkers die hun eigen baan meenemen, en vervolgens anderen alhier werk verschaffen. Denk o.a. aan ‘digitale nomaden’ die met een laptop op het strand diensten leveren aan de wereld, maar hun omzet ontvangen op een Curaçaose bankrekening.

Immigratie is een complex thema en het is lastig om in 1 artikel alle invalshoeken en nuanceringen te belichten. In een eventueel vervolgartikel kan worden ingegaan op aspecten als de infrastructuur (die geleidelijk en duurzaam mee moet groeien), eventuele culturele verwatering, en de impact van mogelijke verschillen in de arbeidsproductiviteit.

Conclusie

Samenvattend, vanuit economisch perspectief (en voor de houdbaarheid van het sociale stelsel) is het aan te bevelen om de grenzen open te zetten voor immigranten die aan een door de overheid te bepalen profiel voldoen. Welke criteria er in dat profiel moeten is voer voor politieke discussie: Taalkennis? Leeftijd? Nationaliteit? Opleidingsniveau? Inburgeringscursus? Of voorrang voor mensen van Antilliaanse afkomst? Of een puntensysteem á la Canada? Er is nog genoeg om over te praten.

Met de laatste ontwikkelingen rondom GZE / Raffinaderij/ Bullenbaai en een Workforce Development plan voor 4000 werknemers gaat dit thema sneller dan we dachten actueel worden! Dus: immigratie biedt veel meer kansen dan bedreigingen.

Geef een reactie