Armoede heeft geen oorzaak, welvaartschepping wel

Datum: 8 mei 2018. Auteur: drs. Dennis E. A. Arrindell, MBA


Op 24 februari 2018 heeft de Economenclub een congres over armoede in Curaçao georganiseerd. Omdat het mij opvalt dat vrijwel alle discussies eendrachtig neigen naar overheidsinterventie in de vorm van welvaartverdeling (socialisme), kan ik het niet laten om mijn afwijkende opinie op schrift te zetten. Als Libertariër zijnde, schaar ik deze zienswijze zonder te verontschuldigen onder ‘links gezeik’. Ik ben van mening dat men veel beter gediend is bij het adopteren van een zienswijze waarbij de eigen verantwoordelijkheid en de ontplooiing van het potentieel van de individuele persoon centraal staat, NIET om welvaart te verdelen middels de staat.

Zoals de econoom Thomas Sowell aangeeft, is er geen mysterieuze reden voor armoede onder mensen. Immers, armoede is per definitie de beginstaat van de mens (Sowell, 2015). De vraag is dus niet; “Wat zijn de oorzaken van armoede en wie kunnen we de schuld geven?” De relevante vraag is; “Wat zijn de factoren die een hoger levenstandaard creëren en in stand houden?” Hieruit vloeit logisch voort dat bepaalde kennis, vaardigheden en attitude in hogere mate beloond zullen worden door de markt dan anderen.

Weinig mensen durven het te zeggen, maar de reden waarom er zoveel armoede heerst onder de gezonde volwassenen op Curaçao is heel simpel: gebrek aan initiatief en productiviteit. Bij mijn sportschool is er een aardige man die al jaren mijn auto keurig wast. Ik noem hem ‘de eerlijkste Curaçaoënaar’. De reden dat hij arm is, heeft niet te maken met ‘het systeem’, ‘een samenzwering ter onderdrukking’ of iets dergelijks. Hij houdt simpelweg niet van werken en werkt daarom nooit meer dan drie uur per dag, punt. Omdat hij zijn situatie niet beschouwt als onrechtvaardig – het is immers zijn keuze om weinig te werken – is hij ook niet ongelukkig, sterker nog, hij is altijd vrolijk. Ik denk dat veel mensen daar wat van kunnen leren.

Hoe komt het dat bijvoorbeeld Haïtiaanse immigranten, ondanks het feit dat ze vaak straatarm zijn ten tijde van hun immigratie naar Curaçao, nauwelijks voorkomen in vermogensdelicten? Indien we zoals velen er vanuit gaan dat armoede een risicofactor is tot criminaliteit, dan zouden Haïtianen volgens deze beredenering een voorname rol moeten hebben hierin. Mijn observatie echter is dat Haïtianen veelal serieuze model werkers zijn welke jaar in jaar uit gestaag en productief vooruitgang maken. Het overduidelijke – en voor sommigen zelfs pijnlijke – succes van Haïtianen op Curaçao geeft dus weer dat er absoluut geen tekort is aan kansen op Curaçao! Waarom blijven dan veel Curaçaoënaars achter in armoede?

Moreel verval

Een simpele manier om een indruk te krijgen van iemands perceptie van normen en waarden is om te kijken hoe ze mensen behandelen die ze (op dat moment) niet nodig hebben. Zo valt het mij bijvoorbeeld op dat ontzettend veel auto’s op Curaçao nooit stoppen voor voetgangers bij zebrapaden. Naar mijn mening zegt dat veel over het normbesef van de bestuurders die zich op dat moment in een machtpositie begeven ten opzichte van de voetgangers. Zulks een ogenschijnlijke triviale karakteristiek (namelijk; niet op een verantwoordelijke manier met een machtspositie om kunnen gaan) zou één van de oorzaken kunnen zijn van de structurele armoede die men schijnbaar niet of moeilijk kan ontsnappen.

Anderzijds zien we populaire trends zoals gangsterrap, het verheerlijken van gangster cultuur en de daarmee gepaard gaande criminaliteit. Het behoeft geen betoog om aan te kunnen nemen dat het toe-eigenen van deze asociale eigenschappen voor velen leidt tot disfunctioneel en onproductief gedrag.

Slachtoffer mentaliteit en het gevoel van ‘ergens recht op hebben’

Een zeer plausibele verklaring voor het gebrek aan zelfredzaamheid, productiviteit en arbeidsethos ontleen ik van Shelby Steele (analoog naar de lokale context). Hij beargumenteert dat er sinds minstens de jaren zestig er geen sprake is van systematische onderdrukking van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten. Met deze vrijheid is een overvloed aan mogelijkheden en kansen ontstaan. In plaats van het goed benutten van deze aanwezige kansen kiezen velen ervoor om een slachtofferrol te adopteren en dit ook door te geven aan de volgende generaties. Nederland, de overheid, makamba’s, Joden, Portugezen, kapitalisten, Libanezen, Chinezen… alles en iedereen behalve de Curaçaoënaar zelf krijgt de schuld van de aanwezige armoede. De overheid gaat hier ook klakkeloos in mee, getuige de starre arbeidswetgeving alsook de vele privileges die vakbonden genieten. Dit allemaal in het licht van bescherming van de arbeidsmarkt tegen effectieve concurrentie (denk bv. aan het voornemen inzake de 80/20 regeling).

Voorts is men veelal in de veronderstelling dat men ‘recht’ heeft op werk en/of uitkeringen. Zo zijn er bijvoorbeeld dames welke menen dat hoe meer kinderen ze krijgen van onverantwoordelijke mannen, hoe meer recht ze daarmee verwerven op een sociale woning van FKP. Ofwel, men vindt het vanzelfsprekend dat disfunctioneel gedrag beloond dient te worden. De wereld op zijn kop dus! In wezen, wat armoede zegt in geval van gezonde (!) volwassenen is dat dezen niet productief zijn en niet goed in staat zijn om de kansen in hun omgeving te benutten. De markt ‘bestraft’ ze hiervoor, met een laag of geen loon. Daarentegen geldt dat productieve mensen positief worden beloond door de markt. (Hoe weet ik dat ze gezond zijn? Omdat ik constateer dat dezelfde mensen met carnaval goed in staat zijn om bierkratten en kolen te sjouwen alsook te dansen.)

Welvaartverdeling (uitkeringen etc.) helpt niet. Daarmee wordt onproductief gedrag alleen maar beloond en bevorderd. De overheid kan armoede niet verhelpen, dat moet onderhand wel duidelijk zijn. Het initiatief tot het adopteren van productief gedrag ligt bij het individu en zijn of haar mindset. Let wel: wanneer ik stel dat de overheid hier niets aan kan doen stel ik absoluut niet dat particuliere burgers en instellingen hier niets aan kunnen doen.

Ik verwijs in dit kader naar een relevante citaat van 19e eeuws Franse econoom Frédéric Bastiat: “Socialism (…) confuses the distinction between government and society. As a result of this, every time we object to a thing being done by government, the socialists conclude that we object to its being done at all. We disapprove of state education. Then the socialists say that we are opposed to any education. We object to a state religion. Then the socialists say that we want no religion at all. We object to a state-enforced equality. Then they say that we are against equality. And so on, and so on. It is as if the socialists were to accuse us of not wanting persons to eat because we do not want the state to raise grain.”

Aanleg tot intelligentie en vaardigheden zijn gelijk verdeeld over de populatie, kansen echter niet, zeker niet voor kinderen uit een arm milieu. Het is dus altijd belangrijk om particuliere initiatieven te ondernemen die de ontplooiingskansen van met name deze kinderen bevorderen, maar daar heb je de overheid met haar leger van subsidie-souperende stichtingen echt niet voor nodig.

Aangeleerde onwetendheid en afhankelijkheid

Een toonbeeld van aangeleerde afhankelijkheid is de markante wijze van gebruik van het internet onder armen: ze gebruiken het internet wél om de laatste roddels en muziekvideo’s op social media te volgen, maar vrijwel nooit om zelfstandig vragen te beantwoorden via Google. Dat vragen ze liever aan iemand anders om hen het lees- en denkwerk te besparen. Ook gebruiken ze niet graag een (vertaal)woordenboek voor dingen die ze niet begrijpen. Analfabeet zijn ze niet want ze kunnen wel WhatsApp gebruiken.

Waarom is Otrobanda altijd vol met arme, gezonde volwassenen die de hele dag niets nuttigs doen en is de gratis (!) openbare bibliotheek veelal ‘blo bashi’ (leeg)? Rara. Ze stellen zichzelf dus onnodig onwetend en afhankelijk op en blijven daardoor achtergesteld, terwijl succesvolle mensen veelal op meerdere fronten autodidact zijn.

Conclusie

Armoede heeft geen oorzaak, het scheppen van welvaart wel. De beste manier om de armen te helpen is om ervoor te zorgen dat je zelf niet tot de armen behoort. Dit bereik je door productief te zijn en door continu en in toenemende mate – bijvoorbeeld middels scholing, ervaring EN tevreden klanten – waarde te leveren aan de markt. Daarmee inspireer je anderen om je heen om meer waardevolle principes en denkwijzen te adopteren opdat zij de kansen in hun omgeving ook assertief leren te benutten in plaats van passief onder de boom te zitten en te klagen over wie of wat verantwoordelijk is voor hun armoede.

Poverty is a state of mind!

Disclaimer: dit artikel is geschreven op persoonlijke titel. Uitsluitend de auteur is verantwoordelijk voor de inhoud. De verkondigde meningen en standpunten kunnen derhalve afwijken van die van de “Economenclub” en van mensen, bedrijven of andere organisaties waarmee de auteur een relatie heeft, tenzij expliciet vermeld.

Geef een reactie