Opmerking: Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd als een opiniestuk in het Antilliaans Dagblad op 1 mei 2024.

De Benedenwindse eilanden, Aruba, Bonaire en Curaçao zijn allen sterk en in toenemende mate afhankelijk van toerisme. Dat is goed voor de economie maar kent ook haar uitdagingen. In het symposium georganiseerd door de Association of Dutch Caribbean Economists over toerisme op de ABC-eilanden medio april konden een aantal belangrijke lessen voor Curaçao getrokken worden. Graag deel ik met u hetgeen ik heb geleerd van het symposium: ABC-island: (too) dependent on tourism.

Meer onderzoek

Toerisme betekent voor Curaçao 48% van de deviezeninstroom, 18% werkgelegenheid en 24% van het bruto nationale inkomen (bbp). Heel veel meer over toerisme anders dan de aantallen cruise en- verblijfstoeristen weten we niet op Curaçao. Veel meer onderzoek is nodig. Kennis over de impact van toerisme op economie, prijzen, onderwijs, huisvesting infrastructuur, natuur, milieu en cultuur is er nauwelijks. Aruba, waar de toeristische sector 2x zo groot is,  ligt op onderzoekgebied ver voor op Curaçao. Meer onderzoek door het Curaçao Tourism Bureau, het Ministerie van Economische Ontwikkeling en de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten over de impact van toerisme is hard nodig.

Meer overheidsinvesteringen in toerisme

De overheid en sociale fondsen hebben inkomsten aan het toerisme. Een schatting geeft aan dat de overheid van Curaçao ongeveer NAf. 330 miljoen aan overheidsinkomsten verdiende aan het toerisme (21,4% van totale inkomsten)[1]. Dit bedrag had aanzienlijk hoger kunnen zijn indien de tax holiday voor bedrijven zou zijn afgeschaft. Het is vanuit economisch standpunt onbegrijpelijk waarom de regering vasthoudt aan het verstrekken van tax holiday terwijl er sprake is van een grote investeringshausse in toeristische projecten; het is geld cadeau geven aan grote investeerders terwijl MKB-bedrijven wel het volle pond moeten betalen. Diverse ministeries maken direct en indirect kosten voor het toerisme. Door de gefragmenteerdheid is er geen totaal beeld wat de overheid aan toerisme besteed. Het idee is dat deze publieke investeringen en andere uitgaven voor toerisme substantieel minder zijn dat hetgeen het de overheid oplevert. En meer publieke investeren in fysieke en sociale infrastructuur zijn hard nodig om de toeristische ontwikkeling te kunnen bijbenen en om een blijvend aantrekkelijk toeristisch product te kunnen garanderen.

Duurzaam en geen: massa is kassa

Bonaire wil haar karakter, rust, natuur en cultuur behouden en kiest voor “slow growth”.  Op Aruba heeft toerisme dusdanig omvangrijke vormen aangenomen dat de discussie (ook) gaat over “overtoerisme”, tekorten aan personeel en een stop op de bouw van grote hotels. Beide zustereilanden trachten de groei van het toerisme af te remmen. Op Curaçao is er niks, vooralsnog is alles en iedereen welkom met een toeristisch project. Dit beleid (of beter: gebrek aan beleid) begint te kraken. Er bestaat een prima Strategic Tourism Destination Development Plan 2022-2026. Echter, vooralsnog is het vooral papier, goede voornemens en plannen.

Diverse locaties vertonen congestieproblemen (denk aan Vissersbaai, drukke stranden (soms voor een deel gereserveerd voor louter toeristen), grotten van Hato, likeurfabriek, Christoffelberg, Caracasbaaiweg, etc.).

Er is evenals op Aruba en Bonaire een nijpend chronisch tekort aan aannemers, bouwvakkers en horecapersoneel dat vrijwel alleen opgevangen kan worden door immigranten en ongedocumenteerden. Onderwijscapaciteit op MBO-niveau op toeristisch gebied schiet tekort. Bijkomend probleem is dat jongeren vaak niet voor deze opleidingsrichtingen kiezen hetgeen de tekorten op de arbeidsmarkt alleen verder vergroot.

Focus op toerisme

Diversificatie van de economie zijn de toverwoorden van het International Monetary Fund (IMF) maar is ook de basis van de National Export Strategy (NES). In de praktijk blijkt dat Caribische eilanden die goed in toerisme zijn een sterkere economische groei hebben doorgemaakt dat afgelopen 12 jaar in vergelijking tot de meer gediversifieerde economieën zoals die van Curaçao. Het streven naar diversificatie is prima, maar dit moet niet leiden tot onderwaardering van de meest belangrijke sector in de economie. En marge zei vermeld dat substantiële diversificatie doorgaans 10-25 jaar kost zoals bij de olieraffinage en financiële offshore op Curaçao het geval was. Beter spreken we over ontwikkelen van niches in de markt, in de hoop dat het ooit groot wordt.

Externe effecten

Toerisme is niet louter zonneschijn en maneschijn. Het kan leiden tot congestie zoals eerder beschreven. Maar ook tot extra druk op de sociale voorzieningen. Er komen immigranten op het eiland die ook gebruik gaan maken van onderwijs en gezondheidszorg. Veiligheid van zowel de toeristen als de lokale bevolking dient gegarandeerd te worden. Behoud van natuur en milieu dient bij grotere volumes aan toeristen beter beheerd te worden.

Prijzen in toeristische gebieden stijgen. De vraag naar 2e woningen door buitenlanders zorgt voor stijging van de huizenprijzen. Mede door de influx van immigranten neemt de vraag naar betaalbare huisvestiging toe. Ondanks sterke stijging van toerisme op Bonaire is het reële inkomen afgelopen 12 jaar gedaald, niet gestegen. De vraag is: wat wordt de gewone burger beter van toerisme?

Gebrek aan overheidsbeleid en free riders

Toeristisch beleid op Curaçao staat nog voor een groot deel in de kinderschoenen. Uitvoering van de in het verleden opgestelde toeristische masterplannen heeft veel te wensen overgelaten. Handhaving van wet- en regelgeving is gebrekkig en vaak willekeurig. Een duidelijke beleidsvisie op toerisme ontbreekt.

Maar de toeristische sector op Curaçao vaart er wel bij, de RevPar (revenue per average room) is fors toegenomen, restaurants zitten vol, car rentals kunnen de vraag bijna niet aan, (toeristische) onroerend goed ontwikkelaars kunnen bruto marges maken van tussen de 20% tot soms wel 40%. Echter, deze ondernemingen en  projectontwikkelaars dragen niet of nauwelijks bij in de sociale en economische kosten die hun projecten voor Curaçao met zich meebrengen. Is dat te rechtvaardigen?

Concluderend: er zijn hier op Curaçao nog een aantal lessen te leren alvorens er sprake is van een duurzame, inclusieve toeristische ontwikkeling.

Roland O.B. van den Bergh

Econoom en bestuurslid “economenclub”, oprichter en oud-voorzitter

Het artikel is geschreven a titre personnel.

Voor de presentaties van het symposium zie facebookpagina DutchCaribbeanEconomists of bezoek https://economenclub.com/abc-islands-too-dependent-on-tourism


[1] Schatting van Research Departement van de CBCS. De schatting van het percentage van bbp en werkgelegenheid zijn conservatief voor Curaçao met name omdat geen rekening is gehouden met de “induced effects”.

Geef een reactie